HILVERSUM – Gaan Hilversummers er echt niet op achteruit na de fusie met Wijdemeren? Wethouder Kalk vertikte het om antwoord te geven tijdens de bijna acht uur lange marathonzitting (4 juni) over de Jaarrekening 2024 en de Voorjaarsnota. Verder veel zorgen over ‘onderbesteding’, zaken die almaar vertraging oplopen, parkeerbeleid, afnemend vertrouwen in de gemeente en… jawel, het CDA-plan voor een eigen kerncentrale. Saai is het zelden in de Hilversumse politiek.
Om maar met de leukste deur in huis te vallen, CDA-raadslid en onderneemster Jacobine van Dijk stelde serieus voor om de mogelijkheden te verkennen van ‘een Small Modular Reactor (SMR) in of rond Hilversum’. Een SMR is een mini-kernreactor. Klinkt spannend en dat is het ook, om te beginnen omdat er nog geen echt werkende minicentrale bestaat. De SMR staat nog in de kinderschoenen. “Nee hoor”, pareerde Van Dijk de kritiek, “Borssele heeft al jaren een SMR.” Dat moet op een misverstand berusten, of bedoelt het CDA dat er een heuse kerncentrale van die omvang op de hei moet komen?
Terwijl een centrale als die bij het Zeeuwse Borssele een vermogen heeft van 485 megawatt, komt een SMR niet verder dan maximaal 300 megawatt. Stroom van SMR’s is relatief duur omdat de reactors niet de schaalvoordelen van grote centrales hebben. Een nadeel is ook dat bij inzet van meerdere, over het land verspreide minicentrales ook op meer plaatsen meer kernafval wordt geproduceerd. Dat is een milieu- en veiligheidsrisico. Op zich heeft Jacobine van Dijk een punt: het Gooi heeft amper ruimte voor eigen energieopwekking met windmolens en zonneparken.
En jazeker, ook de optimistisch kant van Fractie Lahaise hoopt op de doorontwikkeling van een veilige vorm van hernieuwbare kernenergie, inclusief een antwoord op het probleem van kernafval en de risico’s van zo’n centrale in een almaar oorlogszuchtigere wereld.
Beleidsarm
“De Voorjaarsnota is beleidsarm”, waarschuwde wethouder financiën Jacqueline Kalk (PvdA). Het idee van een SMR was dan ook de verrassing aan het eind van bijna acht uur vergaderen over cijfers, komma’s en heel veel ambtelijk jargon, compleet met het bijbehorende oerwoud aan taal- en spelfouten. Niet geteld, gok ik op meer dan 1.000 digitale pagina’s leesvoer voor ons ‘lekenbestuur’. Vaak ondoorgrondelijk, zoals commissiewoordvoerder Frits Garrer van Fractie Durlacher, terecht opmerkte. Hij was daarin niet de enige. Als Fractie Lahaise pleitte ik al voor een leesbare publieks- en raadsversie van de jaarstukken én de Voorjaarsnota. En dan graag in duidelijk en vooral correct Nederlands. Bovendien, als de Voorjaarsnota echt zo ‘beleidsarm’ is, waarom praten we er dan in hemelsnaam een volle werkdag over, na voor de meeste raadsleden weken van voorbereiding en héél… hééél veel leeswerk? Laten we ons liever met de stad en het welzijn van onze inwoners bezighouden.
STELLING: stukken van de overheid dienen in correct, begrijpelijk Nederlands
te zijn opgesteld, dus zonder taal- en spelfouten, met een minimum
aan vakjargon en raadselachtige afkortingen
De Jaarrekening 2024 en de Voorjaarsnota 2025 waren allesbehalve beleidsarm. Integendeel, ze lijden eerder aan te groot optimisme qua grootste plannen met een organisatie die daar duidelijk niet op ingericht is. De rode draad door beide stukken: we willen veel, héél veel. Een selectie: fusie Wijdemeren, Arenapark met super zwembad en dito sporthal, spooronderdoorgang en liefst een nieuw station, Stationsplein/Koninginneweg, Bruisend Hart (maar zonder verbreding spooronderdoorgang), zeker 3.000 woningen erbij komende komende jaren (de meeste in het toch al versteende Oost), tal van zogenaamde ‘priowegen’ die snel op de schop moeten (terwijl Hilversum de meeste daarvan helemaal niet als de meest gevaarlijke wegen ervaren), een nieuwe extra groot riool (gracht) onder de Minckelersstraat, een hippe en luxe Kerkbrink als ‘mediaplein’, een vernieuwd Mediapark, betere doorstroming (alleen voor de auto, of ook voor voetganger en fietser?), begaanbare trottoirs, noodzakelijke investering in verouderde schoolgebouwen, voorzieningen die tred houden met de bevolkingsgroei… maar erg vlot gaat het allemaal niet.
Daar zit meteen de angel. De situatie op de arbeidsmarkt, inflatie en een krimpende overheid bij een toenemende complexiteit (op zich vaak nuttige regels) maken dat ook Hilversum lang niet alles aankan. Daarbij wreekt zich bij de grote bouwplannen het gemis aan een stadsbouwmeester, een Willem Dudok zou menig Hilversummer zeggen, met graag wat modernere opvattingen over stedenbouw. Alle vertraging zorgt er ook nog eens voor dat alle plannen alleen maar financieel uit de rails dreigen te lopen. Hilversum mag er financieel nu nog goed voorstaan, die pret kan zomaar afgelopen zijn met alle verplichtingen die de gemeente zich op de hals haalt. Of zoals wethouder Floris Voorink (VVD) tijdens het debat vanachter in de raadzaal riep: “De bodem van de schatkist is in zicht.”
Stad van sjiek en sjofel
Dan hebben we het nog niet eens over echt noodzakelijke kwesties zoals het voorkomen van gettovorming in wijken als Kerkelanden en Noord-Oost, over de opvang en integratie van vluchtelingen/nieuwkomers en het op peil houden van de zorg voor Hilversummers die het in hun uppie thuis niet redden. Wie op de Boomberg of Trompenberg woont, ziet vaak niet hoeveel armoe en eenzaamheid er ook in het welvarende Gooi is.
Zo’n 9.100 Hilversummers maken gebruik van een of andere regeling. Denk aan de Participatiewet of een andere uitkering, Jeugdwet of WMO. Nogal wat mensen aan de economische onderkant maken geen gebruik van regelingen, uit onbekendheid of uit angst voor een onbetrouwbare overheid die misschien straks als schuldeiser aan de deur klopt. De kindertoeslagaffaire heeft er goed ingehakt. Volgens de officiële cijfers (CBS) loopt Hilversum in de pas met landelijke cijfers als het gaat om armoede en een beroep op de bijstand. Alhoewel…
Wist u dat maar liefst 14 procent van de Hilversummers laaggeletterd is? Dat is 2 procent meer dan het landelijk gemiddelde. En dat cijfer neemt ook nog eens toe. Om je rot te schamen. Daarom vroeg ik (op de valreep van mijn PvdA-fractievoorzitterschap) het college dit voorjaar ook om een gratis bibliotheekpas voor in elk geval jongeren tot 27 jaar. Wethouder Voorink zegde toe de mogelijkheden te zullen onderzoeken. Als toen nog ‘braaf’ lid van de coalitie nam ik daar genoegen mee.