HILVERSUM – Fractie Lahaise gaat verder als OpStand, met OpStand.nu als lokaal én landelijk platform. OpStand doet mogelijk mee aan de komende gemeenteraadsverkiezingen in Hilversum eind 2026. Voor nu houdt raadslid Joop Lahaise vast aan de koers waarmee hij als PvdA’er is gekozen, voor een eerlijker beleid. En doet daar een schepje bovenop.
‘Een weinig transparante bestuurscultuur. Achterkamertjes, waar buiten het zicht van de meeste raadsleden besluiten worden genomen. Een wethouder die in conflict opstapt en een paar maanden later zonder veel discussie weer terugkeert. Hilversummers ervaren dat het uitmaakt in welke wijk je woont, als je iets voor elkaar wilt krijgen.’ Zomaar wat geluiden die je op straat oppikt of uit de krant haalt. Inwoners en ondernemers stellen steeds minder vertrouwen in hun stadsbestuur, blijkt uit eigen onderzoek van de gemeente. Er is iets aan de hand in Hilversum.
Wonen ‘op stand’ is wat in oppervlakte gemeten het grootste deel van Hilversum kenmerkt. Dat is wonen in villa’s aan lommerrijke lanen of in fraaie twee-onder-één-kapwoningen, luxe appartementen of karaktervolle jaren ’30-woningen. Met voor- en achtertuin, onder de rook van Amsterdam en Utrecht. Hilversum is een welvarende gemeente in het zeer welgestelde Gooi, straks inclusief het schitterende waterrijke Wijdemeren. Maar ook de vooroorlogse volkswijken, Noord-Oost, Kerkelanden en De Meent maken Hilversum, en straks komen daar de dorpskernen van Wijdemeren nog bij.
Op stand leven is wat we iedereen gunnen, rijk én minder rijk. Op stand als symbool voor bestaanszekerheid, geen angst om het eind van de maand te halen, als het even meezit ook nog gezond en enigszins happy. Dat gaat niet vanzelf. Daar is strijd voor geleverd, sociale strijd, niet berusten maar opstaan tegen onrecht. De naam OpStand is mede geïnspireerd op wat Hilversum óók is: de stad waar duizenden in 1941 staakten en demonstreerden tegen de bezetting door nazi-Duitsland en de jodenvervolging. Dat was de Februaristaking. OpStand is dus ‘op stand’ én opstand.
Een voorlopig programma voor Hilversum
OpStand van voormalig PvdA-fractievoorzitter Joop Lahaise wil een transparante politiek, die elk moment verantwoording af kan leggen en dat ook actief doet. De gemeenteraad, onze gekozen volksvertegenwoordiging, is daarvoor het vanzelfsprekende hoofdpodium. Ook gesprekken met burgers, via onder meer inspraak en participatie, en het actief betrekken van de lokale pers hoort daarbij. OpStand is voor meer democratie en wil de lokale media versterken.
Concreet: OpStand koestert niet alleen Hilversums rol als mediastad maar wil daar ook naar handelen via het eigen mediafonds en het stimuleren van lokale media-initiatieven. Lokale media vervullen een sleutelrol in het versterken van de democratie en het bevorderen van burgerparticipatie. We hebben per slot van rekening de kennis, ervaring en techniek in huis om Hilversum om te vormen tot een echte mediastad, tot in elke vezel, ook als kweekvijver van jong mediatalent.
Meer democratie betekent niet dat de grootste schreeuwer zijn zin krijgt. Integendeel, OpStand is geen fan van rechtspopulisme en ook niet van agressief not in my back yard-protest (nimby) onder het mom van burgerparticipatie. Democratie luistert naar de meerderheid, dient het algemeen belang én beschermt waar nodig zeker ook minderheidsbelangen.
Concreet: OpStand maakt meer werk van het beschermen van minderheidsbelangen in alle opzichten. Dat nieuwbouw ten koste gaat van het woongenot van directe buren kan soms niet anders, maar we willen dat er bij plannen meer rekening wordt gehouden met wat de omgeving in alle redelijkheid verdraagt aan geluidsoverlast, parkeerdruk en verandering van de sociale structuur. Dit gaat dus vooral over stedenbouw, maar het kan ook gaan over verkeer, evenementen of de opvang van vluchtelingen.
Als het op samenleven aankomt, kijkt OpStand extra scherp naar de positie van minderheden, ongeacht sekse, geaardheid, afkomst en religie. Is iedereen veilig? Wat is daarvoor nodig en hoe kan de gemeente daarin een rol spelen? Denk aan veilige nachtelijke routes voor vrouwen, bewustwordings- en emancipatieprogramma, een duidelijk zichtbaar en toegankelijk discriminatiemeldpunt enzovoort. OpStand duldt geen racisme, geen antisemitisme, geen moslimhaat, geen vrouwenhaat, geen homohaat… géén haat!
Hilversum staat voor dezelfde uitdagingen als de rest van het land en Europa. Laten we beginnen met klimaatverandering en zorg voor een gezond milieu met genoeg biodiversiteit. We willen onze kinderen en kleinkinderen een leefbare gemeente en een leefbare aarde nalaten. Maar zorg voor het milieu kan niet voorbehouden zijn aan de happy few met een dikke portemonnee. Ook wie zijn woning niet snel even isoleert en gasvrij maakt, moet mee kunnen. Ook wie geen elektrisch auto kan betalen of van de baas krijgt, moet mobiel kunnen blijven. Wie rood staat, kan niet groen doen.
Concreet: bescherming van de ons omringende natuur, het Goois Natuurreservaat en het natte gebied van Wijdemeren, heeft prioriteit. Bouwen in het groen doen we niet of zo weinig mogelijk, en dan nog liefst binnen de bebouwde kom. Roken en open vuur in het GNR zijn ten strengste verboden. Een groene stad is een koele en gezondere stad. Daarom zetten we het ’tegel wippen’ in een hogere versnelling en planten waar het maar even kan bomen en ander groen, vooral in die wijken waar dat hard nodig is. Subsidie voor verduurzaming moet vooral daar terecht komen waar ze werkelijk het verschil maakt.
Emissievrij kan nuttig zijn in steden met een groot centrum, maar is symboolpolitiek in een klein winkelgebied met zo weinig straten als het Hilversumse dorpshart. Wat het wel doet, is ondernemers en bewoners die nog wel even van brandstofauto’s (werkauto’s, busjes en soms ook de eigen auto) afhankelijk zijn benadelen. Daarom blijft OpStand, net als de PvdA, tegen een emissievrije zone. We steunen wel alternatieven voor zwaar verkeer en bepleiten strengere eisen aan de parkeervergunning (afmetingen en gewicht auto).
Een andere uitdaging heet mobiliteit. Hilversum heeft al decennia de reputatie van slechte bereikbaarheid door files en eenrichtingsverkeer. OpStand vindt dat overdreven maar ziet wel degelijk verbeteringen, zoals het beter benutten van onze maar liefst drie NS-stations. Ondertussen neemt het autobezit alleen maar toe. OpStand is niet van het autootje pesten maar zoekt parkeeroplossingen waar de fietser en voetganger blij van worden én waar ook de autobezitter iets mee opschiet. E-bike, fatbikes, e-bakfietsen en brommobielen zijn niet tegen te houden. Ze bieden dan ook veel voordeel maar zorgen ook voor meer onveiligheid. Als PvdA-raadslid pleitte Joop Lahaise al voor maatregelen en blijft dat doen, ook als OpStand.
Concreet: OpStand wil een resolute aanpak van foutparkeren en wegpiraterij. Parkeren op de stoep wordt verleden tijd. Een kwestie van de wet handhaven. Als het aan OpStand ligt, worden smalle woonstraten beter ingericht, komen er buurtparkeerterrein en -garages en worden er P&R-garages gerealiseerd op Arenapark, op het mediapark en nabij de toegangswegen naar de A1 en A27. Gevaarlijke wegen en kruispunten worden versneld aangepakt. E-bikes, bakfietsen, fatbikes, scooters en dergelijke gaan zoveel mogelijk naar de rijbaan. Een betere inrichting en serieuzere handhaving maken Hilversum pas echt goed bereikbaar én veiliger.
Uitbreiding van betaald parkeren was nodig om al te volle woonwijken te ontlasten. Maar de uitvoering laat nogal te wensen over. OpStand wil af van verplicht ‘parkeren op eigen terrein’ (POET), omdat daarmee veel inwoners worden gedupeerd, vooral degenen die een parkeerplek moeten huren. Ook de communicatie en digitale dienstverlening moet beter. Er valt nog genoeg te repareren, vindt OpStand, om het gereguleerd parkeren van een straf tot een verlossing te maken. Daar horen dus ook meer parkeerplekken voor bewoners en bezoekers bij, al zal dat lang niet altijd in de eigen smalle straat kunnen. Om het eenvoudiger te maken pleit OpStand voor één parkeerzone voor bezoekers én vergunninghouders, buiten het centrum en de winkelstraten.
Vooral de Diependaalselaan en de Joh. Geradtsweg krijgen meer verkeer te verstouwen dan goed is voor omwonenden en aangrenzende buurten. OpStand ziet het als een opdracht om de files en verkeersoverlast op vooral deze twee straten aan te pakken. Voor de langere termijn denken we aan verdieping of ondertunneling van grotere delen van de ring en aan een extra afslag van de A27 ter hoogte van Hollandsche Rading voor een betere bereikbaarheid van Zuid, Loosdrecht en de bedrijventerreinen. Ook stimuleren we bedrijven en forenzen om vooral gebruik te maken van het openbaar vervoer en de fiets.
Stedenbouwkundigen en architecten roemen het werk van Willem Dudok. Terecht, maar het Hilversum van na de bouwmeester is vaak een rommeltje. Gebrek aan gemeentelijke slagkracht en lange termijnvisie, in combinatie met postzegelplanologie en een laisser-faire houding hebben veel lelijks voortgebracht én gemiste kansen. Dat laatste kenmerkt de jongste plannen voor het Stationsgebied en Bruisend Hart. In plaats van de ‘Berlijnse Muur’ tussen Oost en de rest van Hilversum te slechten, wordt deze juist verdikt door het Oosterspoorplein vol te bouwen.
OpStand wil een stedenbouwkundige visie die op méér stoelt dan alleen woningbehoefte en de belangen van projectontwikkelaars. Een stedenbouwkundige visie houdt rekening met economische belangen, met onze ambities als media- en cultuurstad, met duurzaamheid, mobiliteitsuitdagingen en behoefte aan voorzieningen (sport, winkelen, uitgaan) per wijk en als centrumgemeente in de regio. Geen dorpspolitiek maar op de toekomst gericht beleid. OpStand wil geen slaapstad maar een dynamische mediastad in het groen tussen Amsterdam en Utrecht. Ook Hilversums bijzondere architectonische erfgoed verdient beter. Zo moet voormalig sanatorium Zonnestraal geen bedrijfsverzamelgebouw blijven maar verdient de status van museum en Unesco Werelderfgoed. Als het aan OpStand ligt koopt de gemeente het complex op van de huidige eigenaar.
Hilversum scoort hoog als het gaat om brede welvaart. Het gaat dus erg goed in onze gemeente en met onze inwoners. Hoe kan het dan dat Hilversum bovengemiddeld slecht scoort als het gaat om laaggeletterdheid? Ook zijn er nog te veel Hilversummers die het zonder inkomensondersteuning niet redden, eenzaam zijn of niet de hulp krijgen die ze nodig hebben. OpStand wil een sociaal en solidair Hilversum, waar niemand onvrijwillig aan de kant staat, met laagdrempelige hulp dichtbij – ook financieel. OpStand betekent we zoveel mogelijk mensen een zetje geven om te bereiken wat in ze zit. Liefst zien we een basisinkomen. Wie niet meekan, moet hoe dan ook op onze solidariteit kunnen rekenen zodat iedereen voldoende ‘op stand’ kan leven, in plaats van op straat of thuis in armoe.
OpStand wil extra inzet op scholen met relatief meer kinderen uit sociaaleconomisch zwakkere gezinnen. Die inzet moet niet alleen speels zijn (veel sport- en spelaanbod) maar ook gericht op culturele en intellectuele verheffing. Dat is geen disrespect voor wie liever met zijn handen werkt. Integendeel, ook praktisch geschoold betekent dat je tenminste digitaal de weg moet weten. We zien daarin een belangrijke rol weggelegd voor de bibliotheek. Wat OpStand betreft, keren leeszalen weer terug in de wijk, zoals ten tijde van Dudok.
Wie niet kan werken, moet daarbij geholpen worden of in staat worden gesteld om ook zonder geleverde arbeid voldoende ‘op stand’ te kunnen leven. Iedereen moet binnen zijn of haar vermogen aan de samenleving kunnen bijdragen, zonder dwang. OpStand is voor een (voorwaardelijk) basisinkomen. Zolang dat er niet is, zoeken we de grenzen van de wet om wie onvrijwillig in armoede leeft bestaanszekerheid te bieden. Dat is het rijke Hilversum aan zijn stand verplicht.
Waar komt toch dat groeiend wantrouwen in de overheid en de politiek vandaan? Het is niet helemaal eerlijk, want veruit de meeste ambtenaren en politici hebben hart voor de zaak, staan pal voor het algemeen belang en werken daar keihard voor. Wel zijn er verschillen. Vreemd genoeg pleiten vooral politici die het hardst mekkeren over een falende overheid – als het gaat om bijvoorbeeld handhaving (politie), zorg en infrastructuur – voor minder belasting en minder overheid. Rara, hoe kan dat? Dat kan dus niet, dat is rechtspopulisme.
OpStand ziet de overheid als verlengstuk van ons allen. We willen niet minder overheid maar een effectievere overheid en waar nodig méér overheid. Niet nog meer bullshit banen, niet nog meer beleidsambtenaren en nog meer regeltjes… wel meer leerkrachten, meer jongeren- en buurtwerk, meer blauw op straat, goed onderhoud van de openbare ruimte en een betrouwbare, bereikbare, dienstbare overheid waar burgers en ondernemers op kunnen vertrouwen.
Liefst zien we zaken van algemeen belang weer vanuit het algemeen belang geregeld en dus niet vanuit de markt. Denk aan zorg en welzijn, openbaar vervoer en infra, energie, drinkwater, volkshuisvesting en onderwijs op elk niveau. Nutsvoorzieningen kunnen ook zonder marktwerking, zonder perverse financiële prikkels efficiënt en innovatief worden opgezet. Dat is vooral een zaak van vertrouwen en ambitie.
Onze lokale uitdaging is een overheid die optimaal bereikbaar is en haar inwoners en ondernemers niet van het kastje naar de muur stuurt. De gemeente communiceert in helder, correct Nederlands en is voor iedereen toegankelijk. Wie er dan nog niet uitkomt (wegens een laag IQ, een handicap, laaggeletterdheid of gebrekkige kennis van de Nederlandse taal), kan onbevooroordeeld op hulp rekenen. De overheid is er voor iedereen en dus neutraal en blijft dat. Handhaving is zichtbaar, transparant en houdt zich aan Art. 1 van de Grondwet. OpStand hecht sterk aan scheiding van kerk en staat. Alleen in bijzondere gevallen, ten behoeve van moeilijk te bereiken groepen, kiest de gemeente voor verbindingsambtenaren uit de betreffende (sub)cultuur.
Migratie is de laatste jaren hét verkiezingsthema. Lokaal vertaald gaat het dan om de opvang van vluchtelingen, de toewijzing van schaarse huurwoningen aan statushouders. Het gaat ook nogal eens, al dan niet stilzwijgend, over normen en waarden, over integratie. Vreemd genoeg gaat het weinig over de ongeveer één miljoen arbeidsmigranten (en expats), die ook ergens wonen en vaak ook een beroep doen op voorzieningen (zorg, onderwijs, openbaar vervoer enzovoort). Want ook hier geldt: it’s the economy, stupid! Partijen als VVD, PVV, BBB, JA21 en CDA kijken wel link uit. Hun achterban van ondernemers profiteert immers van een economie waar ze winst uit halen terwijl de samenleving vooral de lasten draagt, of het nu om immigratie gaat, om woningnood of het milieu.
OpStand ziet migratie als een natuurlijk verschijnsel dat ons door de eeuwen heen heeft verrijkt. Maar ongecontroleerd leidt grootschalige migratie tot overbelasting, vervreemding, cultuurconflict en chaos. Niet de migrant is daarvan de schuld maar het systeem dat op goedkope arbeid en uitbuiting draait, en dat geen enkele (mede)verantwoordelijkheid neemt voor de problemen in de wereld. OpStand weigert een zondebok aan te wijzen, anders dan het neoliberale systeem en ideologieën/religies die ons verdeeld houden.
Wat dat laatste betreft neemt OpStand duidelijk positie in: ongeacht religie of culturele last worden immigranten geacht zich naar westerse democratische en humanistische normen en waarden te voegen als het gaat om het respecteren van de individuele vrijheid van mannen, vrouwen en minderheden. Ook vrijheid van geloof en dus ook van afvalligheid hoort daarbij. OpStand kent geen clementie voor praktijken als vrouwenbesnijdenis, eerwraak/femicide, het opleggen van kledingvoorschriften (anders dan beroepsmatig vereist) enzovoort.
OpStand ziet voor Hilversum de plicht om solidair te zijn als het gaat om de opvang van asielzoekers, met of zonder Spreidingswet. Wat OpStand betreft, worden die zoveel mogelijk in kleinschalige locaties, verspreid over alle Hilversumse wijken opgevangen. Daartoe zou de gemeente vastgoed (tijdelijk) in eigendom kunnen nemen. Denk aan leegstaande (kantoor)villa’s. Daarnaast pleegt de gemeente een extra investering, met inzet van vrijwilligers, in het laten integreren van nieuwkomers door het actief aanbieden van taal- en inburgeringscursussen, buurtprojecten om elkaar beter te leren kennen en activiteiten gericht op scholing en werk. Daarin zoekt de gemeente de grenzen van de wet, opdat vluchtelingen in de kracht van hun leven niet gedwongen aan de kant staan maar optimaal meedoen en opgaan in onze samenleving. De gemeente zet vol in op het aanpakken van illegale pensions en andere vormen van uitbuiting van arbeidsmigranten. Expats vormen alleen in die zin een aparte groep dat zij geacht worden een en ander zelf te bekostigen.
De wereld houdt niet bij onze gemeentegrens op. Wat daarbuiten gebeurt, raakt in meer of mindere mate ook de inwoners van Hilversum en Wijdemeren. OpStand profileert zich daarom ook niet als een lokale partij. Een van de eerste moties die Joop Lahaise als eenmansfractie aangenomen kreeg, ging over Gaza. De motie, met D66-raadslid Vivienne Wesselink ingediend, vroeg het college te erkennen dat Israël zich schuldig maakt aan genocidale oorlogsvoering. Ze vroeg ook om de dialoog tussen bevolkingsgroepen binnen onze gemeente te versterken, en zo een vuist te maken tegen antisemitisme en moslimhaat. Op dringend verzoek van coalitiepartij GroenLinks(-PvdA) werd de motie helaas wel enigszins afgezwakt. Niet het college, maar de raad veroordeelt de Israëlische volkerenmoord op Palestijnen in Gaza en de moord op zo’n 200 journalisten. OpStand betreurt dat het college de handschoen niet heeft opgepakt en betreurt dat VVD, CDA, Hart voor Hilversum en ChristenUnie wegliepen om maar geen kleur te hoeven te bekennen.
Bestuurscultuur
Drie raadsleden namen in het voorjaar van 2025 het voortouw om de Hilversumse bestuurscultuur ter discussie te stellen. Een van deze drie – lid van een partij die als bestuurspartij begon – leverde haar fractievoorzitterschap in en twee werden onder druk gezet om hun raadszetel af te staan. Tevergeefs, want buiten de wet gerekend. Een van die twee was Joop Lahaise, tot afgelopen voorjaar fractievoorzitter van de PvdA. Het gesprek over de Hilversumse bestuurscultuur krijgt nog een vervolg, ook nu initiatiefneemster Haitske van de Linde uit haar VVD-fractie is gezet.
OpStand wil af van een politiek die Hilversum als ‘dorp’ van ‘ons kent ons’ soms zo kenmerkt, een bestuurscultuur waarin bepalend lijkt of je op een boomrijke heuvel woont of spreekwoordelijk ‘over het spoor’. Een bestuurscultuur bovendien die soms wordt gekarakteriseerd als ’transactioneel’, oftewel ‘voor wat, hoort wat’. Transactionele politiek verwijst naar het idee dat beslissingen gebaseerd zijn op wederzijdse voordeel, vaak met het oog op de korte termijn en op eigenbelang. Politici richten zich vooral op wat ze zelf te winnen hebben. Zie Trump.
Sluiten politici dan niet per definitie compromissen? Jazeker, maar bij transactionele politiek gaat het minder om brede instemming (consensus) of ideologische principes. Transactionele ruilhandel heeft als inzet steun voor een maatregel of een positie (wethouderspost), met nadruk op snel resultaat – hoe beperkt ook – in plaats van lange termijn beleidsdoelen. Omdat directe, vaak persoonlijke belangen daarbij zwaarder wegen dan bij in het klassieke consensus- of poldermodel wordt er met nog meer argwaan naar dissidenten gekeken.
‘Zetelroof’, noemt de PvdA het wanneer een gekozen volksvertegenwoordiger zijn of haar zetel niet afstaat na een intern conflict. Dat is om meer dan één reden een bijzondere beschuldiging. Ten eerste stelt de wet dat een beëdigd raadslid aan niemand anders verantwoording schuldig is dan aan zichzelf. Volksvertegenwoordigers worden op persoonlijke titel gekozen en niet namens de partij waarvoor zij op de lijst hebben gestaan tijdens verkiezingen. De zetel behoort dus hem of haar toe, en niet de partij.
De wet is hier scherp in. Dit om te voorkomen dat volksvertegenwoordigers onder druk worden gezet, om machtsmisbruik en corruptie tegen te gaan. En dan is er de morele kant van de zaak. Zeker van een politieke partij met een sterke mening als het gaat om de rechtspositie van werknemers en van mensen in een minderheidspositie in het bijzonder, verwacht je een zorgvuldig eigen ‘personeelsbeleid’. Waar de partij daar zelf in faalt, dient ze daar in elk geval niet voor beloond te worden met het op commando afstaan van een zetel.
OpStand streeft naar een meer open bestuurscultuur, waarin het college in heldere (niet verhullende) taal verantwoording aflegt aan raad en burgerij. De gemeenteraad is de baas, en dat moet sterker dan nu tot uiting komen in het beleid en de uitvoering daarvan. Hoe fraai ons raadhuis ook is, de raadzaal van Willem Dudok stamt uit de jaren ’20 van de vorige eeuw en ademt de weinig democratische gezagsverhoudingen van toen uit. Het college zit op een podium boven de raad verheven. Raadsleden moeten hun plaats verlaten om het woord te kunnen voeren. Eigenlijk zou dat andersom moeten, of tenminste op gelijk niveau. OpStand zou ook graag in directe en nabije aanwezigheid vergaderen van de mensen over wie het gaat.