Betaald parkeren kan irritant zijn maar veel bewoners van de krappere Hilversums woonwijken zijn er maar wat blij mee. Fractie Lahaise blijft uitbreiding van het betaald parkeren steunen, zoals vrijwel alle partijen in de gemeenteraad, van links tot rechts. Maar de uitvoering moet wel redelijk zijn én eerlijk. Dat laatste is niet het geval. In Hilversum lijkt George Orwell’s principe op te gaan dat alle dieren gelijk zijn, maar sommige meer gelijk dan andere.
Een van de pijlers van het betaald parkeren is het niet zomaar afgeven van een forenzenvergunning. Dat is een parkeervergunning voor wie hier niet woont maar alleen werkt en liefst per auto naar Hilversum komt. Mobiliteitsonderzoek van de gemeente laat zien dat er sprake is van een mismatch: relatief veel Hilversummers vertrekken ’s ochtends vanuit hun woonplaats naar werk elders én andersom. Met de nodige bedrijvigheid trekt Hilversum veel forenzenverkeer. Aanwonenden van de Joh. Geradtsweg en Diependaalselaan kunnen daarover meepraten.
Betaald parkeren zou, mits goed uitgevoerd, ook het forenzenverkeer kunnen indammen. Hilversum is per slot van rekening gezegend met maar liefst drie treinstations. Wethouder Bart Heller over zijn parkeerbeleid: ‘Doel is om vermijdbaar autogebruik (daar waar een reëel alternatief voorhanden is) te beperken om ruimte te geven aan onvermijdbaar autogebruik (geen rëeel alternatief).’ Klinkt logisch. Alleen de meest fanatieke, kinderloze petrol- of Tesla-head zal het daar niet mee eens zijn. Maar hoe consequent is onze GroenLinks-wethouder?
Fractie Lahaise is als afsplitsing van de PvdA nog steeds voor een groener, schoner, gezonder en veiliger Hilversum maar is géén autohater. Ook matig ik mij geen oordeel aan over wie een auto nodig heeft of niet. Ook voor wie de auto niet per se noodzakelijk is biedt autobezit bewegingsvrijheid. Met een vergrijzende bevolking betekent de auto voor veel ouderen behoud van hun zelfstandigheid. Fractie Lahaise staat voor parkeeroplossingen in plaats van ‘autootje pesten’.
Tot mijn verbijstering las ik in De Gooi- en Eemlander dat de ICT-bedrijf DeLorentz&Partners in de Borneolaan toch de gevraagde extra parkeervergunningen heeft gekregen. Volgens de parkeerregels heeft D&P recht op één forenzenvergunning voor personeel. Eigenaar/directeur André van Dam berekent dat het hem jaarlijks ruim €67.000 euro zou kosten om zijn medewerkers te laten parkeren. Van de 36 medewerkers komen er zo’n achttien met de auto.
Voor alle ondernemers en organisaties gelden dezelfde regels, zo liet de gemeente Van Dam in maart nog weten. Toch werd D&P uitgenodigd voor een gesprek met wethouder Edwin Göbbels, die tijdelijk parkeerwethouder Heller verving. Die bleek toch meer van het Orwelliaanse principe, ondanks het amper een maand geleden wegstemmen van een D66-motie die het college meer ‘discretionaire bevoegdheid’ gunde, oftewel het recht op willekeur.
DeLorentz&Partners krijgt tot 1 juli 2026 vijftien forenzenvergunningen. Daar betaalt D&P €6.000 voor. Dat is een stuk minder dan de €67.000 euro die het bedrijf eerder van zijn winst dacht te moeten aftrekken. De hamvraag: wat betekent dit voor andere ondernemers in het betaaldparkeergebied? En schoffelt deze uitzondering niet een van de belangrijkste pijlers van het parkeerbeleid onderuit? We vroegen het parkeerwethouder Bart Heller (weer in functie) via onderstaande schriftelijke vragen.

Nabrander: het Hilversumse parkeerbeleid rammelt aan alle kanten voor wat betreft de uitvoering. De communicatie is waardeloos, waarbij – typisch Hilversum – sommige wijken beter worden bediend dan andere. Wie bijvoorbeeld in Zuid woont, mag met zijn bewonersvergunning in een groot deel van Hilversum parkeren. Oosterlingen daarentegen ervaren als altijd het spoor als barrière. Ook vreemd: wie volgens de gemeente niet op straat hoeft te parkeren omdat de gemeente meent dat er sprake is van ‘parkeren op eigen terrein’ (POET) krijgt geen bewonersvergunning. Menig Hilversum is daarmee gedupeerd en dit creëert een vreemd soort ongelijkheid waar niemand voor heeft kunnen kiezen. Dit in tegenstelling tot de zogeheten GROP-complexen. Dat zijn vooral appartementcomplexen waar bewoners van meet af aan wisten dat ze geen parkeervergunning konden krijgen. Een voorstel om het POET-beleid te wijzigen stuitte op een onverbiddelijk ‘njet’ van de wethouder en een meerderheid van de raad, inclusief ‘autopartijen’ VVD, CDA en Hart voor Hilversum.
Het toch indienen van de motie markeerde de scheuring tussen ondergetekende en de rest van de PvdA-fractie, onder druk van wethouder Jacqueline Kalk.